Tanel Veenre, St Tits, pendant 2017, reconstructed coral, seeds, silver, chain 48 cm
Tanel Veenre, St Tits, pendant 2017, reconstructed coral, seeds, silver, chain 48 cm

Tanel Veenre, St Tits, pendant 2017, reconstructed coral, seeds, silver, chain 48 cm
Tanel Veenre, collier 2018
Tanel Veenre, Hypnoze, broche 2018, gereconstrueerd hout, obsidiaan, zilver
Tanel Veenre, collier 2018

In deze nieuwe sieraadcollectie focust Tanel Veenre (Estland) op het concept van de ‘primal scream’ (oerschreeuw), door het gevoel uit te drukken dat een mens zonder die schreeuw niet kan bestaan. Zijn werk oogt niet primitief of ruw, maar wees niet misleid door de schoonheid van de vormen, die geïnspireerd zijn door de gladde esthetiek van automotive design. Volgens Veenre zijn religie en vleselijkheid nauw aan elkaar verbonden; bestaat er geen diepte zonder vleselijkheid. Het beeld van het kruis dient daarom als centraal motief in de collectie. De ambivalente titel van de expositie verwijst naar de tegenpolen in Veenres nieuwste werk, met gegraveerde donkere bloesems, eenvoudig en droevig, die contrasteren met glimmende barokke erotische vormen. Veenre probeert die tegenstelling in hemzelf te doorgronden, en zegt over zijn werk: ‘Ik houd me niet in maar laat zoveel mogelijk naar de oppervlakte komen, en probeer impulsief en eerlijk te zijn. Wat er ook gebeurt, dit is mijn protest tegen een uitgestippeld leven.’ Het lichtvoetige deel van de tentoonstelling – de serie erotische sieraden – ontstond zo’n vijf jaar geleden. Als hij stereotiepe mannelijkheid en vrouwelijkheid in zijn sieraden samenvat, verhult Veenre de karakteristieken van beide seksen niet in androgynie, maar benadrukt hij juist hun extremen. Op een onnatuurlijk gestileerde manier verwijst hij zo naar de supermens, met vervreemding van de lichamelijke realiteit tot doel. Door het gebruik van materialen die de menselijke huid imiteren, zoals siliconen, brengt hij de excessieve esthetiek van design naar de context van de kunst. Veenre: ‘Ik heb geen idee wat mannelijkheid in the 21ste eeuw betekent maar ik kan wel, al dan niet met ironie, spelen met de clichés.’ De bloesems van droefheid werden uit praktische redenen gemaakt. Als we dan uiteindelijk naar die zonsondergang lopen, moeten onze revers wel door iets gesierd worden.