Peter Hoogeboom stelt zijn sieraden samen uit grote aantallen vrijwel identieke onderdelen. Het maken hiervan vergt vele repeterende handelingen die rust geven en schoonheid voortbrengen. In de nieuwe collectie colliers focust Peter op vervormd en gebroken keramiek. Kapotte harten, kruizen en parels dienen als metaforen voor beschadigd leven. Hij maakt vormen doelgericht stuk door ze te deformeren en in elkaar te persen en vormen die gebarsten of ingedeukt uit de mallen komen en die hij vroeger zou hebben afgekeurd, worden nu gewaardeerd en krijgen een plek. Ook lijmt hij gebroken elementen weer aan elkaar, waardoor een grillig patroon van lijmnaden ontstaat. De spontane en van toeval afhankelijke bewerking van de oorspronkelijk streng geometrische vormen met hun strakke ritmes en ordening, levert sieraden op vol spanning en emotie.